Terrasje pikken

‘Hé, hallo!’
Ik kijk op van mijn glas vers frambozensap naar een lachend gezicht met zonnebril onder een breedgerande strohoed.
‘Je herkent me niet, hè?’
Met een brede armzwaai doet ze haar bril af.
‘Ik ben het!’
Ik zie het nog steeds niet.
‘José!’
‘Ah, José,’ zeg ik en ik hoop dat ze de aarzeling in mijn stem niet hoort.
‘Hoe ís het met jou?’
‘Goed,’ zeg ik. Geen idee wie het is.
‘Wat doe jij tegenwoordig? Mag ik erbij komen zitten?’
Ze trekt een stoel naar zich toe voor ik nee kan zeggen. Als ik dat al gedurfd had trouwens.
‘Ik ben freelancer,’ zeg ik verbouwereerd.
‘Interessant zeg. In welke sector?’ Ze wenkt een ober en bestelt een Campari Tonic.
Ik heb nu twee mogelijkheden. Liegen of de waarheid zeggen.
‘Ik zit in het huishoudmanagement.’
‘Ben jij zo iemand die je kunt inhuren voor de was, de strijk en de boodschappen! En heb je veel adressen?’
‘Nee, niet zoveel. Eén om precies te zijn.’
José gooit haar hoofd achterover en schatert het uit.
‘Je bent gewoon huisvrouw! O Maaike, wat zeg je dat grappig.’
Dit is mijn kans.
‘Maaike?’ zeg ik zo verbaasd mogelijk. ‘Ik heet helemaal geen Maaike.’
‘Echt niet? O sorry! Ik dacht echt dat je Maaike was.’
‘Geeft niks hoor. Een vergissing is menselijk.’
José zet haar bril terug op haar vuurrode gezicht, staat op en koerst tussen de tafeltjes door naar de verste uithoek van het terras. De ober volgt haar met het glas Campari.

Terwijl ik haar nakijk, gaat mijn mobieltje. Ik open het klepje en zie dat het Robert is.
‘Dag lieverd,’ zeg ik blij. ‘Met Maaike.’

De ochtendstond in 84 woorden

Ik ben vaag wakker en heb nog geen besef van tijd. Maar als het alarm afgaat weet ik precies hoe laat het is. Mijn man geeft me een kus en strekt zijn hand uit naar de radio. Een stem zegt zacht dat de sociale partners een akkoord hebben gesloten. Wie Belgisch sportman van het jaar geworden is versta ik niet. Nog voor het weerbericht begint zwaai ik mijn benen uit het bed. Ik zie straks zelf wel of het gaat vriezen of gaat dooien.

Kat- en muisspel

Het is nog vroeg in de ochtend, maar toch staat de deur van het huis aan het eind van de weg al op een kier. Of nou ja, min of meer op een kier. Goed beschouwd staat hij niet op een kier, maar gaat hij gewoon niet dicht. Omdat er een schoen tussen ligt. Met daarin een voet die overgaat in een been met daarnaast het andere been dat in een rare kromming ligt. Maar dat zie ik pas als ik het pad opgestapt ben en voorzichtig de deur wat verder open heb geduwd. Lees verder “Kat- en muisspel”